kanker chemopreventie is een nieuwe aanpak in de behandeling van kanker. De traditionele cytotoxische chemotherapeutische benaderingen kunnen de meeste geavanceerde stevige malignancies niet genezen. Chemopreventie kan worden gedefinieerd als het gebruik van niet-cytotoxische geneesmiddelen en natuurlijke middelen om de progressie naar invasieve kanker te blokkeren. Chemopreventie kan DNA-schade voorkomen die het neoplastische transformatieproces in werking stelt of de progressie van pre-invasieve letsels omkeert. Epidemiologische observaties, experimenteel bewijsmateriaal van dierlijke carcinogenese modellen, knock-out modellen, kankercellijnen en klinische proeven hebben de doeltreffendheid van deze benadering aangetoond. De recente vooruitgang in ons begrip van carcinogenese heeft tot de synthese van nieuwe drugs geleid die specifieke receptoren richten. Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen richten zich op de prostaglandine route. De identificatie van de rol van cyclo-oxygenase-2 in epitheliale carcinogenese leidde tot de synthese van selectieve cyclo-oxygenase-2-remmers (Celecoxib). Celecoxib werd vervolgens goedgekeurd voor de preventie van colonpoliepen bij familiaire adenomateuze polypose na voltooiing van een gerandomiseerde klinische studie. De grote klinische proef van chemoprevention met de selectieve modulator van de oestrogeenreceptor, tamoxifen, toonde het voordeel van tamoxifen in de preventie van borstkanker in vrouwen met een hoog risico. Retinoïden en rexinoïden richten zich op de retinoïde receptoren en spelen een rol bij de chemopreventie van aerodigestieve, hepatische en cervicale neoplasie. Selenium, een remmer van het glutathionperoxidasesysteem, wordt getest in de chemopreventie van prostaatkanker en longkanker. De verschillende isovormen van vitamine E (tocoferolen) kunnen chemopreventief zijn. Recent onderzoek wijst uit dat gamma-tocoferol een krachtiger chemopreventivum kan zijn dan alfa-tocoferol. Het overzicht geeft details van de grondgedachte, experimentele en klinische bewijzen en de geneesmiddeldoelstellingen van de chemopreventive agenten die zich momenteel in verschillende fasen van klinische ontwikkeling bevinden.