gebied van de uitvinding
deze uitvinding heeft betrekking op deursluitingen voor passagiersvoertuigen van het soort met vergrendelingsmechanisme voor het selectief beveiligen van de deur tegen onbevoegde toegang.
BACKGROUND AND PRIOR ART
om de kans te verkleinen dat de sleutels van het voertuig in het voertuig worden vergrendeld, is het gebruikelijk om ten minste één van de deursluitingen van een voertuig te voorzien met een remmende inrichting waardoor wordt voorkomen dat het mechanisme in de vergrendelde toestand wordt gezet voordat de vergrendeling heeft plaatsgevonden i.e. terwijl de deur open is.
Het is bekend van DE-EEN-2340301 te voorzien in een vergrendeling vergadering hebben gezegd remmen van een regeling in die een remmende lid gekoppeld aan een lock mechanisme van de vergadering wordt geleid voor het verkeer tussen een blokkerende positie, waar het voorkomt het verschuiven van de genoemde mechanisme van ontgrendeld om vergrendelde toestand en een vrije positie zodat zei een verschuiving plaats te vinden, die lid-staat aan co-act met een relatief beweegbare gezicht van een vergrendeling vorming van de vergadering, waarbij het lid grenst zei gezicht om te voorkomen dat de verplaatsing van de blocking positie wanneer de formatie niet op een plaats waar de bijbehorende deur wordt vergrendeld.
Het doel van de uitvinding is een sluitsysteem met vergrendelingsmechanisme te voorzien van een eenvoudige, doeltreffende en betrouwbare remmende opstelling; dat economisch is voor de fabricage en montage; en dat ook werkt bij het indexeren of helpen bij het indexeren van het vergrendelingsmechanisme, zodat het positiever wordt verplaatst en volledig wordt aangespoord tot de vergrendelde en ontgrendelde omstandigheden wanneer het niet zo wordt belemmerd.
samenvatting van de uitvinding
volgens de uitvinding is er een deursluitmechanisme voor passagiersvoertuigen zoals gedefinieerd in claim 1 van de bijgevoegde claims.
korte beschrijving van de tekeningen
een voorbeeld van de uitvinding wordt nu meer in het bijzonder beschreven onder verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
FIG. 1 is een geëxplodeerde perspectiefweergave van een vergrendelingssysteem en delen van het bijbehorende vergrendelingsmechanisme.
vijgen. 2 en 3 zijn uitzichten in de richting aangegeven bij A-A op FIG. (‘) Met een sluitklauw en een poot van deze samenstel op respectievelijk niet-vergrendelde en vergrendelde plaatsen,
vijgen. 4a, b en c zijn gezichtspunten van delen van genoemd mechanisme en een behuizing daarvan in de richting aangegeven bij B-B op FIG. 1 en toont drie respectieve posities van onderdelen daarvan, en
Fig ‘ s. 5a, b en c zijn respectievelijke secties op de lijnen C — C, D — D en E — E van vijgen. Respectievelijk 4a, b en c.
gedetailleerde beschrijving van de tekeningen
het sluitsysteem 10 voor een deur van een passagiersvoertuig bestaat uit een sluitvorm in de vorm van een conventionele draaibare klauw 12 die op bekende wijze samenwerkt met een schootplaat 14 die operationeel op de deurpost is gemonteerd. Een retentie-element in de vorm van een conventionele veergeladen scharnierpal 16 houdt de klauw in contact met de spits zoals te zien is in FIG. 3 om de deur dicht te houden. Als PAL 16 wordt losgelaten, kan claw 12 tegen de klok in draaien, zoals te zien is in FIG. 3 tot de FIG. 2 Positie, bevrijdende spits 14 zodat de deur open kan draaien.
klauw 12 en poot 16 worden op de respectieve scharnierassen 18, 20 bevestigd aan een metalen achterplaat 22 die operatief aan de deur is bevestigd en tevens deel uitmaakt van een omhulling voor het mechanisme.voor het openen van de deur wordt de poot 16 selectief ontgrendeld door een pootheffer 24 (FIG. 1) die op zijn beurt wordt bediend door ontgrendelingshendels 26, 28, verbonden met de binnen-en Buitendeurgrepen (niet afgebeeld) op conventionele wijze. Deze hendels en het vergrendelingsmechanisme van het samenstel bevinden zich in een gevormde kunststof behuizing 30 met een binnenwand of scheidingswand 32 die samen met de achterplaat 22 een buitenkamer met klauw 12 en poot 16 definieert; en samen met een afdekplaat 34 een binnenkamer met hendels 26 en 28 en andere delen van het mechanisme definieert.
Om veilig de deur tegen onbevoegde toegang het sluitmechanisme is voorzien van een gebogen release link 36 geleid voor een over het algemeen verticale beweging in de lengte richting tussen een vergrendelde toestand waarin het voorkomt beweging van pal lifter 24, zodat pal 16 niet bevrijd kan worden van claw 12 zodra de deur gesloten is, en een geopende positie op die lifter 24 kan bewegen pal 16.
ontgrendeling link 36 wordt beurtelings verschoven door een vergrendelingshendel 38 die loodrecht op het vlak van link 36 op een arm van afdekplaat 34 is gedraaid. Hendel 38 is beweegbaar door middel van een binnen-lock release hendel 40, meestal aangedreven door een interieur vensterbank knop op de deur, of door een conventionele cilinder en tumbler toets bediende vergrendelen of elektrisch gecodeerd slot op de deur buiten (niet weergegeven) de exploitatie van een belangrijke hefboom 41 en/of door een elektrische of andere aangedreven servo aandrijving, bijvoorbeeld als onderdeel van een centrale vergrendeling van het voertuig.
een dergelijk vergrendelingsmechanisme is algemeen bekend en zal niet verder worden beschreven.
met een mechanisme dat tot nu toe is opgesteld, zou het mogelijk zijn om het vergrendelingsmechanisme te bedienen terwijl de deur open is om het in vergrendelde toestand te zetten. Als de deur dan dichtgeklapt wordt, wordt klauw 12 zo gedraaid dat poot 16 hem vastzet, waarbij de deur automatisch wordt vergrendeld zonder gebruik te maken van de sleutel of het codeinvoertoestel en met het daaruit voortvloeiende risico dat de sleutels of het apparaat in het voertuig vergrendeld blijven zonder toegangsmiddelen.
dit samenstel omvat ook middelen om te voorkomen dat het mechanisme op de vergrendelde toestand wordt ingesteld voordat de deur wordt gesloten. Dit middel bestaat uit een remmend lid in de vorm van een veerbelaste plunjer 42 gelegen en geleid voor longitudinale beweging in een doorgaande boring in partitie 32 van behuizing 30. Een grotere diameter hoofd 44 van plunjer 42 projecten in genoemde binnenste kamer en de plunjer is veerkrachtig aangespoord in die richting door een drukveer 46 gelegen op een kleinere diameter stam 48 daarvan.
zoals het best te zien is in Fig ‘ s. 5a – C kop 44 heeft schuine vlakken die een beiteluiteinde vormen dat co-werkt met een nokkenelement 50 op een zijvlak aan het bovenste uiteinde van de ontgrendelingslink 36, die verbinding beweegt in een vlak evenwijdig aan één zijde van de scheidingswand 32.
wanneer de zuiger 42 vrij is om tegen de veer ingedrukt te worden, beweegt 46 nokkenelement 50 over Hoofd 44 van links naar rechts, zoals weergegeven in Fig ‘ s. 4 en 5 en in de opeenvolging a, b, c, gemerkt daarin tussen ontgrendelde toestand (vijg. 4a en 5a) en gesloten toestand (Fig. 4c en 5c). De camming-actie van de veerkrachtige zuiger 42 helpt link 36 positief te indexeren naar een van de genoemde posities en deze daar vast te houden wanneer er geen vergrendelings-of ontgrendelingskrachten worden uitgeoefend.
als nokkenelement 50 kruist de middelste positie (Fig. 4b en 5b) het drukt plunjer 42 zodat het einde van Stam 48 ver van hoofd 44 projecten van de andere kant van partitie 32 in de buitenste kamer.
bij het projecteren van Stam 48 snijdt het bewegingspad van klauw 12 in een vlak evenwijdig aan de buitenzijde van partitie 32. De positie van de zuigersteel 48 wordt weergegeven als een gebroken cirkel in vijgen. 2 en 3 en het zal worden gezien dat de relatie met klauw 12 zodanig is dat het vrij is van de klauw wanneer de deur volledig gesloten is (FIG. 3) zodat de klauw wordt ingeschakeld door PAL 16, maar over de klauw wanneer deze wordt gedraaid naar de deur open positie (FIG. 2)niet verloofd door pawl 16. Als klauw 12 zich in de laatste stand bevindt, schematisch aangegeven in FIG. 5a het blokkeert beweging van zuiger 42 tegen veer 46 als het einde van Stam 48 dan een zijvlak van klauw 12 abuts en dit voorkomt verschuiven van release link 36 Uit de ontgrendelde positie weergegeven in vijgen. 4a en 5a. daarom kan het mechanisme slechts van ontgrendeld in gesloten voorwaarde worden gezet nadat klauw 12 van duiker 42 vrij heeft bewogen zoals in vijgen wordt getoond. 5b en 5c.
de opstelling biedt effectieve remming op een bijzonder eenvoudige manier en met een minimum aan extra componenten vermijdt de eenvoudige plunjer 42 de noodzaak van complexere remmende hefbomen en koppelingen en werkt door directe coactie tussen claw 12 en release link 36, maar dient de dubbele functie van remming en indexering van die link.
wanneer de rem operationeel is, wordt link 36 tegen beweging gehouden door de wigbeweging van head 44 tegen zijn camming formatie in plaats van een dode stop, zodat er minder directe belasting op het mechanisme is die uiteindelijk een storing kan veroorzaken. De veerkrachtige duiker type indexering geeft een positief “gevoel” aan het vergrendelingsmechanisme onder handmatige bediening waardoor de gebruiker zich beter bewust dat de vereiste voorwaarde is bereikt.
Het is duidelijk dat alternatieve constructies mogelijk zijn binnen het toepassingsgebied van de uitvinding. De remmende middelen kunnen bijvoorbeeld de vorm aannemen van een scharnierende hendel of koppeling met een geschikte veerkrachtige belasting in plaats van een plunjer. Verder kan het remmende lid worden geregeld om te coacteren met een ander deel van de klauw dan zijn zijvlak, bijvoorbeeld kan kant gedeelte, of eventueel met een deel van PAL 16 in plaats van klauw 12.
op dezelfde manier kan Hoofd 44 of gelijkwaardig deel van de zuiger of een ander remmend element worden aangebracht om te coacteren met een ander bewegend deel of onderdeel van het vergrendelingsmechanisme in plaats van de ontgrendeling link 36.