Achtergrond / doelstellingen: Cherry angiomas (CAs) zijn een van de meest voorkomende vasculaire manifestaties van de huid. Over het algemeen vormen deze goedaardige letsels vaak slechts een esthetisch probleem. In de literatuur hebben weinig auteurs zich gericht op de pathogenese van deze laesies, en sommige risicofactoren zijn geïdentificeerd, zoals de aanwezigheid van huid-en niet-huidneoplasieën. In deze studie werd de correlatie tussen de verdeling van CAs en borstkanker onderzocht.
methoden: we hebben een studie uitgevoerd waarbij 50 vrouwen met unilaterale borstkanker en de aanwezigheid van CAs op de voorste thoracale wand werden geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor het verschil in het aantal CAs tussen de twee haemithoraces. De gegevens werden uitgewerkt met behulp van de Wilcoxon signed-rank test om te beoordelen of er een statistische significantie was in de distributie van CAs.
resultaten: bij 31 patiënten vonden we dat het aantal CAs groter was op de kankerborst dan op de contralaterale Borst (p-waarde <0,0001). Dit werd bevestigd zowel in de groep patiënten met ductale borstkanker als in de groep met vroege invasieve borsttumoren.
conclusie: Het is niet duidelijk of CAs zich vóór of na borstkanker ontwikkelen, wat de mogelijkheid aangeeft dat deze huidmanifestatie een voorspellende, prognostische ontwikkeling kan aannemen of slechts een epifenomenon vertegenwoordigt. Verdere diepgaande studies naar de pathogenese van CAs en de relatie met borstkanker kunnen leiden tot opmerkelijke Diagnostisch-therapeutische vooruitgang.