Onnauwkeurigheid van het tellen CFU-GM kolonies en CD34-het uiten van cellen

de Bepalingen van de toegewijde hematopoiëtische voorlopercellen, namelijk CFU-GM (kolonievormende eenheid–granulocyte/macrofaag) en van CD34-het uiten van hematopoiëtische cellen, zoals beoordeeld door multiparameter flowcytometrie zijn routine diagnostische hulpmiddelen in de hematopoiëtische cel therapie. In het algemeen worden de tests gebruikt om de timing en het beheer van de cytaferese te optimaliseren en om het engraftmentpotentieel van de geoogste cellen te beoordelen. Beide metingen zijn echter in het beste geval surrogaatmarkers, aangezien er geen adequate routinetest beschikbaar is die de korte – en langetermijn repopoëtische hematopoëtische cel effectief beoordeelt. Niettemin zijn de celdrempeldoses vastgesteld. Boven deze drempels is snelle gravitatie bijna onveranderlijk, maar onder deze drempels is het resultaat variabel. In deze studie hebben we ons gericht op de onnauwkeurigheid in het tellen van hematopoëtische cellen, zoals beoordeeld als CFU-GM en als CD34-expressiecellen. De gegevens over beide tests zijn geanalyseerd door zes Europese instellingen. De variatiecoëfficiënt in het tellen van CFU-GM kolonie was ongeveer 30%, terwijl de variatiecoëfficiënt in het cytometrische tellen van de stroom van CD34-uitdrukkende cellen ongeveer 10% was. Deze gegevens suggereren dat de technische onnauwkeurigheid bij het tellen van voorlopercellen, met name CFU-GM, bij lage concentraties, een belangrijke bijdrage kan leveren aan de klinische variabiliteit die wordt waargenomen na transplantatie van subdrempel voorlopercellen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.