De kenmerken van het computersysteem zijn als volgt −
snelheid
een computer werkt met een veel hogere snelheid en nauwkeurigheid in vergelijking met mensen tijdens het uitvoeren van wiskundige berekeningen. Computers kunnen miljoenen (1.000.000) instructies per seconde verwerken. De tijd die computers nodig hebben voor hun activiteiten is microseconden en nanoseconden.
nauwkeurigheid
Computers voeren berekeningen uit met een nauwkeurigheid van 100%. Fouten kunnen optreden als gevolg van gegevens inconsistentie of onnauwkeurigheid.
Diligence
een computer kan miljoenen taken of berekeningen uitvoeren met dezelfde consistentie en nauwkeurigheid. Het voelt geen vermoeidheid of gebrek aan concentratie. Zijn geheugen maakt het ook superieur aan dat van mensen.
veelzijdigheid
veelzijdigheid verwijst naar de mogelijkheid van een computer om verschillende soorten werken uit te voeren met dezelfde nauwkeurigheid en efficiëntie.
betrouwbaarheid
een computer is betrouwbaar omdat het een consistent resultaat geeft voor een vergelijkbare verzameling gegevens, dat wil zeggen, als we dezelfde set invoer een aantal keren geven, krijgen we hetzelfde resultaat.
automatisering
Computer voert alle taken automatisch uit, d.w.z. het voert taken uit zonder handmatige tussenkomst.
geheugen
een computer heeft een ingebouwd geheugen, primair geheugen genaamd, waar gegevens worden opgeslagen. Secundaire opslag zijn verwijderbare apparaten zoals CD ‘ s, pen drives, enz., die ook worden gebruikt om gegevens op te slaan.