Keizersnede op de moeders aanvraag

Doelstellingen: De RTI International-Universiteit van North Carolina in Chapel Hill Evidence-based Practice Center (RTI-UNC EPC) systematisch onderzocht het bewijs voor de trend en de incidentie van de keizersnede (CD) in de Verenigde Staten en in andere ontwikkelde landen, moeder-en kindersterfte uitkomsten van de keizersnede op moeders verzoek (CDMR) vergeleken met de geplande vaginale bevalling (PVD), factoren die van invloed zijn op de omvang van de voordelen en schade van CDMR, en toekomstig onderzoek routebeschrijvingen.

gegevensbronnen: we zochten MEDLINE, Cochrane Collaboration resources en Embase en identificeerden 1.406 artikelen om te onderzoeken aan de hand van a priori inclusiecriteria. We hebben studies gepubliceerd van 1990 tot heden, geschreven in het Engels. De Studies moesten een vergelijking tussen de belangrijkste referentiegroep (CDMR of proxies) en PVD omvatten.

evaluatiemethoden: een primaire reviewer heeft gedetailleerde gegevens over sleutelvariabelen geabstraheerd uit opgenomen artikelen; een tweede senior reviewer heeft de nauwkeurigheid bevestigd.

resultaten: We identificeerden 13 artikelen voor trends en incidentie van CD, 54 voor moeder en kind uitkomsten, en 5 over modifiers van CDMR. De incidentie van CDMR lijkt toe te nemen. Het is echter moeilijk om de werkelijke incidentie of trends in de tijd nauwkeurig te beoordelen, omdat CDMR momenteel geen erkende klinische entiteit is, noch een nauwkeurig gerapporteerde indicatie voor diagnostische codering of terugbetaling. Er bestaan vrijwel geen studies over CDMR, dus de kennisbasis berust voornamelijk op indirect bewijs van proxies met unieke en significante beperkingen. Bovendien werden de resultaten in de meeste studies vergeleken op basis van de werkelijke leveringsroutes, wat resulteerde in grote onzekerheid over de relevantie ervan voor de geplande leveringsroutes. Primaire CDMR en geplande vaginale bevalling verschillen waarschijnlijk met betrekking tot de individuele resultaten voor zowel moeders als zuigelingen. Echter, onze uitgebreide beoordeling, over veel verschillende resultaten, suggereert dat er geen grote verschillen bestaan tussen primaire CDMR en geplande vaginale bevalling, maar het bewijs is te zwak om definitief te concluderen dat verschillen volledig afwezig zijn. Gezien de beperkte beschikbare gegevens kunnen we geen definitieve conclusies trekken over factoren die de uitkomsten van geplande CDMR versus PVD kunnen beïnvloeden.

conclusies: het bewijs wordt aanzienlijk beperkt door de minimale relevantie ervan voor primaire CDMR. Toekomstig onderzoek vereist het ontwikkelen van consensus over terminologie voor zowel de leveringsroutes als de resultaten; het creëren van een minimale dataset van informatie over CDMR; het verbeteren van de studieopzet en statistische analyses; aandacht voor belangrijke resultaten en hun speciale meetkwesties; het beoordelen van zowel korte als lange termijn resultaten met betere meetstrategieën; beter omgaan met confounders; en rekening houdend met de waarde of het nut van verschillende uitkomsten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.