Doel: het Begin van de ledematen occlusies volgende endovasculaire behandeling van het aorto-iliacale aneurysmal ziekte is niet ongewoon (4%-13%). Om te beoordelen of de femorale arterie ingangsplaats deze complicatie mogelijk kan veroorzaken, hebben we prospectief de ipsilaterale common femoral artery (CFA) en distal external iliacal artery (EIA) geëvalueerd met intraoperatieve duplex scans (IDS).
methoden: er waren 134 patiënten met infrarenale niet-beschadigde abdominale aorto-iliacale aneurysma ‘ s behandeld met endotransplantaten sinds 2002 in onze instelling. Leeftijd varieerde van 65 tot 89 jaar (gemiddeld: 77 +/- 7 jaar). Aneuryx (n = 41), Zenith (n = 50), en Excluder (n = 43) endografts werden gebruikt voor reparatie. Alle procedures werden uitgevoerd via open blootstelling van de CFA. De inleidingsdiameter varieerde van 12 mm tot 22 mm. alle patiënten ondergingen een IDS van de CFA en distale EIA na herstel van de arteriotomie.
resultaten: bij 34 patiënten (25%) documenteerden we intimale dissecties die ernstige (>70%) stenose veroorzaakten. Van de 271 slagaders die werden onderzocht, hadden 38 (14%) abnormale bevindingen die interventie vereisten. Deze werden gerepareerd met flap excisie, tacking hechtingen revisie, of patch angioplastiek (n = 36). Herhaalde ID ‘ s bevestigen de geschiktheid van de reparatie. Er werd geen statistisch verschil waargenomen bij de plaats van Grotere inleidingsschede en de incidentie van flapvorming. Bovendien werden 10 kleine flappen of plaques gevisualiseerd, maar creëerden geen significante stenose. Er werden geen verschillen waargenomen in de incidentie van positieve duplex onderzoeken tussen elk type graft (P=.4). Er werden geen occlusies van vroege of late iliacale ledematen waargenomen. Er werd een Follow-up van 94% verkregen.
conclusies: voltooiing arteriële duplex scans zijn nuttig bij het opsporen van een aanzienlijk aantal klinisch niet-vermoedde technische defecten veroorzaakt door introductiereservoirs. Tijdige diagnose en herstel van deze defecten kunnen de incidentie van vroege ledemaatocclusie na plaatsing van het endotransplantaat verminderen.