Fetisjisme, transgenderisme en het CONCEPT van ‘castratie’

Dit artikel heeft drie onderwerpen. De eerste betreft enkele kenmerken van de behandeling van een jongen met een haar-en bont-Fetisj. Het tweede betreft de begrippen ‘fallisch’ en ‘gecastreerd’ van Freud. De derde betreft fantasieën van transseksuele gebeurtenissen volgens welke jongens in meisjes kunnen veranderen, en vice versa. Om te beginnen beschrijft de auteur verschillende thema ‘ s en enkele variaties daarop die naar voren kwamen tijdens de psychotherapie van Sam, een 11‐jarige jongen. Dit klinisch materiaal kan worden begrepen in termen van de invloed van een specifiek soort opdringerig en onderdrukkend object. Zo ‘ n object oefent zijn invloed uit door super‐ego kwaliteiten, geprojecteerd en opnieuw introject in de zintuiglijke waarneming, en de auteur suggereert dat het zijn invloed deelt met kenmerken van een fetisj. Vervolgens selecteert de auteur uit deze thema ’s en variaties Sam’ s dromen en dagdromen over een meisje met een penis. De auteur bespreekt enkele beweringen die Freud maakte over kinderen die zich voorstelden dat ze ‘fallisch’of’ gecastreerd ‘ waren. De auteur herbekijkt Sam ’s dromen en Freud’ s beweringen, door twee soorten castratie fantasieën te onderscheiden. Tot slot wordt de discussie uitgebreid met beschrijvingen van sommige patiënten die transgenderidentiteit ervaren. In het verklaren van het fetisjisme impliceert Freuds verslag dat een kind zich kan voorstellen dat ‘castratie’ een jongen in een meisje kan veranderen. Net als Fetisjisme omvat transgenderisme ook fantasieën van transseksuele gebeurtenissen, waarvan castratie één soort is.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.