Abstract
de prenatale ontwikkeling van het sleutelbeen werd bestudeerd bij twee soorten: het gedomesticeerde schaap, dat geen sleutelbeen heeft, en de kat, met een niet functioneel, rudimentair sleutelbeen. Een morfologische en geautomatiseerde morfometrische studie van het sleutelbeen werd uitgevoerd in 18 kat embryo ’s tussen 25 en 48 dagen van de dracht, en in 12 schapen embryo’ s van 37-45 dagen. Eén groep embryo ‘ s werd volgens Hanken en Wassersug in 1981 met dubbele kleuring in toto verwerkt. De andere groep werd onderzocht met histologische technieken: hematoxyline-eosine-Alcian blue en picrosirius. Bij beide soorten is claviculaire ossificatie vertraagd (27% van de drachttijd is verstreken bij schapen en 53% bij katten) vergeleken met 16% bij mensen. Histologische en morfologische verschillen in vorm en lengte van het sleutelbeen werden waargenomen bij beide soorten. Het sleutelbeen is van voorbijgaande aard bij schapen, terwijl het bij de kat met weinig verandering aanhoudt. Bij geen van beide soorten ontwikkelt zich secundair kraakbeen. Bij katten is het periosteum goed ontwikkeld met actieve osteoblasten, terwijl bij schapen het sleutelbeen omgeven is door een enkele laag epitheloïde cellen en het periosteum minder ontwikkeld is en osteoclasten bevat. Deze resultaten suggereren dat het morfogenetische patroon voor het sleutelbeen veranderd is op ongeveer dag 34 bij katten en dag 40 bij schapen, en vervolgens gedeeltelijk wordt geremd bij de eerste en Geblokkeerd bij de laatste.