Cheondoïsme is ontstaan uit de Donghak (“Eastern Learning”), een religieuze beweging die ontstond in het 19e-eeuwse Korea als een reactie op de westerse invasie, in het bijzonder de verspreiding van het katholicisme. De donghak beweging begon met Ch ‘ OE Che-u in 1860, maar het werd een officieel erkende religie onder haar derde leider, Son Byong-hi.Ch ‘ OE Che-u formuleerde de donghak-ideologie in 1860 als een alternatief voor het katholicisme (“Western Learning”), dat een impuls kreeg binnen de lagere klassen in Korea vanwege zijn vermogen om een gevoel van structuur en stabiliteit te bieden buiten de familie-eenheid. Door haar basis in gevestigde religies-Confucianisme, Boeddhisme en Taoïsme—en haar inzet voor het vertegenwoordigen van Oosterse idealen, de beweging kreeg snel brede acceptatie onder de boeren.Cheondoïsme als religie ontwikkelde zich in de vroege jaren 1900 uit de donghak boerenbevrijdingsbewegingen in de zuidelijke provincies van Korea, in het bijzonder de mislukte, maar consequente opstand van 1894. Volgelingen van Donghak werden ernstig vervolgd tot de oprichting van het Protectoraat Verdrag van 1905, die vrijheid van godsdienst gegarandeerd. Daarom besloot Son Byong-hi op 1 December 1905 de religie te moderniseren en een tijdperk van openheid en transparantie in te luiden om het te legitimeren in de ogen van de Japanners, die destijds een sterke invloed hadden op Korea. Als gevolg hiervan veranderde hij officieel de naam van Donghak in Cheondoïsme (“religie van de hemelse weg”). Hierna werden een grondwet en een centraal Algemeen Bureau voor de religie opgesteld, die deze centraliseerde en toegankelijker maakte voor het publiek.
Cheondoïsme
Cheondogyo Central Temple in Seoul