Chazal

tot het einde van het Savoraim-tijdperk had Chazal de bevoegdheid om commentaar te geven op de Thora volgens de Talmudische hermeneutische normen die vereist zijn door de Halachah le-Moshe mi-Sinai (de ongeschreven wetten waarvan wordt aangenomen dat ze aan Mozes zijn gegeven in de Sinaï), soms zelfs om een woord of zin uit te leggen buiten de gewone betekenis. Tegenwoordig is in de Orthodoxie deze autoriteit niet gedelegeerd aan de Wijzen van de huidige generatie, en dus kan de Torah niet worden becommentarieerd, in zaken die betrekking hebben op de Halacha (“traditie”), als het in tegenspraak is met Chazal ‘ s commentaar.tot het midden van het Tannaim-tijdperk, toen er een Sanhedrin (een Hoog Gerechtshof van de Joodse wet) was, had Chazal ook de bevoegdheid om beperkingen vast te stellen en nieuwe religieuze regels vast te stellen, in elke zaak die zij passend achtten, met betrekking tot zaken die niet in de geschreven Torah waren opgenomen, of die niet werden afgeleverd op de berg Sinaï. Deze rabbijnse mitzvot (“geboden”) omvatten de feestdagen van Poerim en Chanoeka, de wetten van muktzah (“braaksel”) op de Shabbat, het rituele wassen van de handen (netilat yadayim) voor het eten van brood, de bouw van eruvim (liminale poorten), en de instelling van het huidige schema van de dagelijkse gebedsdiensten-shacharit (ochtendgebed), mincha (middaggebed), en ma ‘ ariv (avondgebed).

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.